
Bij een omzetting van VOF naar BV: vergeet niet je contracten om te zetten!
Dennis Wouda, advocaat voor ondernemers.
Iedere maand vertelt een advocaat van Kaliber over een bijzondere zaak. Als kijk in de keuken. Daarbij wordt afgesloten met het antwoord op de vraag wat de kosten voor de betrokken cliënt waren.
Bij een omzetting van VOF naar BV: vergeet niet je contracten om te zetten!
Een faillissement van de boekhandel van het echtpaar X was niet meer te voorkomen. Het bedrijf kon haar schulden niet meer betalen. De markt voor boekhandels loopt al jaren terug, onder meer als gevolg van Online alternatieven. Het echtpaar hoopte de ondergang nog te kunnen uitstellen tot de AOW gerechtigde leeftijd van meneer X, maar de wal keerde het schip. Meneer X nam contact op met de accountant, die op zijn beurt contact opnam met mij.
Wat volgde was een uitvoerige bespreking over de zorgvuldige begeleiding bij de aanvraag van een eigen faillissement. Wat de gevolgen zijn van een faillissement en de aandacht voor eventuele problemen met de curator. Uit alle stukken die ik kreeg van meneer X bleek dat een faillissement inderdaad onvermijdelijk was. Hoe dan ook moest het eigen faillissement worden aangevraagd. Het was zeer verdrietig voor het echtpaar die al decennialang hardwerkende middenstanders waren. Ik vond het zelfs bewonderenswaardig hoe kalm het echtpaar onder deze omstandigheden was. Gelukkig had het echtpaar zuinig geleefd, en de onderneming ongeveer 10 jaar geleden omgezet van een vennootschap onder firma naar een BV, zodat normaal gesproken het faillissement hen niet persoonlijk zou treffen. En hun spaargeld ongemoeid zou worden gelaten. Het echtpaar had ook niemand benadeeld voor het faillissement, zodat zij niet het risico op bestuurdersaansprakelijkheid liep.
Er was toch een probleem.
Toen het echtpaar 10 jaar geleden besloten had om de onderneming om te zetten van een VOF naar een BV, waren ze vergeten om de verhuurder van hun bedrijfspand te informeren. In verband met de financiële problemen van de BV was er al geruime tijd geen huurbetaling meer verricht. Voorafgaand aan het aanvragen van het faillissement heb ik mijn zorgen hierover gedeeld met het echtpaar. Dat ze serieus rekening moest houden met een vervelend staartje aan dit faillissement. Ik zag dat weliswaar de facturen door de verhuurder op naam van de BV van het echtpaar waren gesteld, maar dat de schriftelijke huurovereenkomst nog steeds op naam van de VOF stond. Ik waarschuwde dat de verhuurder na het faillissement de vordering zou komen ophalen bij het echtpaar in privé.
Tenzij de verhuurder zat te slapen.
Welnu, de verhuurder was klaarwakker en na het faillissement klopte ze inderdaad aan bij het echtpaar. Vervolgens ben ik in onderhandeling gegaan met de verhuur. Er zaten wat haken en ogen aan de vordering van de verhuurder, zodat op diezelfde vordering wel wat viel aan te merken. Toch vond ik het risico voor het echtpaar om hierover naar de rechter te stappen te risicovol in relatie tot de kans op succes. De verhuurder werd na enig masseren voor mijn argument dat de vordering niet keihard was. Ook bleek de verhuurder gevoelig voor het argument dat er hier sprake was van een ondernemersechtpaar op gevorderde leeftijd en dat het faillissement niets te maken had met benadeling van crediteuren. Uiteindelijk hebben we een overeenkomst gesloten. De verhuurder heeft 70% van de vordering kwijtgescholden, hetgeen ongeveer neerkwam op een vermindering van € 55.000. Dat scheelde nogal een slok op de borrel. En het spaargeld van het echtpaar bleef daarmee grotendeels ongemoeid.
Kosten van mijn dienstverlening: €.1.228,50 ex BTW.
Dennis Wouda.
Bij een omzetting van VOF naar BV: vergeet niet je contracten om te zetten!
Een faillissement van de boekhandel van het echtpaar X was niet meer te voorkomen.
Het bedrijf kon haar schulden niet meer betalen. De markt voor boekhandels loopt al jaren terug, onder meer als gevolg van Online alternatieven. Het echtpaar hoopte de ondergang nog te kunnen uitstellen tot de AOW gerechtigde leeftijd van meneer X, maar de wal keerde het schip. Meneer X nam contact op met de accountant, die op zijn beurt contact opnam met mij.
Wat volgde was een uitvoerige bespreking over de zorgvuldige begeleiding bij de aanvraag van een eigen faillissement. Wat de gevolgen zijn van een faillissement en de aandacht voor eventuele problemen met de curator. Uit alle stukken die ik kreeg van meneer X bleek dat een faillissement inderdaad onvermijdelijk was. Hoe dan ook moest het eigen faillissement worden aangevraagd. Het was zeer verdrietig voor het echtpaar die al decennialang hardwerkende middenstanders waren. Ik vond het zelfs bewonderenswaardig hoe kalm het echtpaar onder deze omstandigheden was. Gelukkig had het echtpaar zuinig geleefd, en de onderneming ongeveer 10 jaar geleden omgezet van een vennootschap onder firma naar een BV, zodat normaal gesproken het faillissement hen niet persoonlijk zou treffen. En hun spaargeld ongemoeid zou worden gelaten. Het echtpaar had ook niemand benadeeld voor het faillissement, zodat zij niet het risico op bestuurdersaansprakelijkheid liep.
Er was toch een probleem.
Toen het echtpaar 10 jaar geleden besloten had om de onderneming om te zetten van een VOF naar een BV, waren ze vergeten om de verhuurder van hun bedrijfspand te informeren. In verband met de financiële problemen van de BV was er al geruime tijd geen huurbetaling meer verricht. Voorafgaand aan het aanvragen van het faillissement heb ik mijn zorgen hierover gedeeld met het echtpaar. Dat ze serieus rekening moest houden met een vervelend staartje aan dit faillissement. Ik zag dat weliswaar de facturen door de verhuurder op naam van de BV van het echtpaar waren gesteld, maar dat de schriftelijke huurovereenkomst nog steeds op naam van de VOF stond. Ik waarschuwde dat de verhuurder na het faillissement de vordering zou komen ophalen bij het echtpaar in privé.
Tenzij de verhuurder zat te slapen.
Welnu, de verhuurder was klaarwakker en na het faillissement klopte ze inderdaad aan bij het echtpaar. Vervolgens ben ik in onderhandeling gegaan met de verhuur. Er zaten wat haken en ogen aan de vordering van de verhuurder, zodat op diezelfde vordering wel wat viel aan te merken. Toch vond ik het risico voor het echtpaar om hierover naar de rechter te stappen te risicovol in relatie tot de kans op succes. De verhuurder werd na enig masseren voor mijn argument dat de vordering niet keihard was. Ook bleek de verhuurder gevoelig voor het argument dat er hier sprake was van een ondernemersechtpaar op gevorderde leeftijd en dat het faillissement niets te maken had met benadeling van crediteuren. Uiteindelijk hebben we een overeenkomst gesloten. De verhuurder heeft 70% van de vordering kwijtgescholden, hetgeen ongeveer neerkwam op een vermindering van € 55.000. Dat scheelde nogal een slok op de borrel. En het spaargeld van het echtpaar bleef daarmee grotendeels ongemoeid.
Kosten van mijn dienstverlening: €.1.228,50 ex BTW.