Uiteraard, ook ik houd de jurisprudentie op mijn aandachtsgebieden (m.n. arbeidsrecht en commerciële geschillen) nauwgezet bij. Behalve in vakantie, want dan lees ik liever even geen werkgerelateerde lectuur. Ik hoop dat jullie me dat vergeven.
Mijn oog viel deze week op een tweetal rechterlijke uitspraken over de ruzie naar aanleiding van de aanschaf van een oudere auto. De opdracht aan mijzelf was om de verschillen tussen de twee zaken te herkennen. En ik vind het aardig om zo nu en dan een blogje te schrijven. Vandaar. Deze schrijf ik altijd zelf, maar dat terzijde.
Een BMW en een Volvo.
In geval van deze twee rechtszaken waarbij de koper de overeenkomst wil ontbinden, omdat de auto niet is zoals hij had mogen verwachten, doet de koper een beroep op non-conformiteit. Dat is een juridische term, die is opgenomen in het wetboek.
In de ene zaak betrof het een BMW 530i Touring, bouwjaar 2001. Voor de liefhebber zal deze omschrijving duidelijk zijn, voor de leek zeg ik voor het gemak: een dikke BMW dus. Maar hartstikke oud. De koper ontdekte al gauw na de koop dat er sprake was van ernstige roestvorming. De rechter heeft in deze zaak de overeenkomst op vordering van de koper ontbonden.
In de andere zaak betrof het een Volvo V70 D5. Voor de liefhebber duidelijk, voor de leek zeg ik: een dikke Volvo, maar ook flink oud. Drie weken na de koop begaf de motor het. De rechter in deze zaak heeft de vordering van de koper afgewezen, omdat hij van mening is dat er geen sprake is van non-conformiteit. Met andere woorden: de rechter is van mening dat de auto aan de verwachtingen van de koper heeft voldaan.
In de laatstgenoemde zaak vond de rechter het onder meer van beslissende betekenis dat de auto niet duur was (€ 5.000), partijen niet over een garantie hebben gesproken en koper geen onderzoek heeft verricht naar de auto. Ook is van belang dat koper via een zoekopdracht de auto heeft gekocht van verkoper.
In de eerstgenoemde zaak, die van de BMW dus, betrof de koopsom is minder dan € 8.000 en koper heeft via de autodealer een keuring uitgevoerd. Bij die gelegenheid is blijkbaar de roest niet ontdekt. De roest is pas zes maanden na de koop ontdekt.
Waarom loopt de zaak van de BMW dan zo anders af?
De rechter stelt vast dat de roestschade aan de auto niet op eenvoudige wijze kon worden ontdekt.
Máár het belangrijkste verschil is dat koper tegen de rechter heeft gezegd dat verkoper ten tijde van de koop zou hebben beweerd dat de auto roestvrij zou zijn. Zelf betwijfel ik zeer of deze bewering op papier stond, maar de rechter stelt vast dat deze stelling niet is ontkenddoor verkoper. Het staat vast dat verkoper op deze stelling van koper niet heeft geantwoord. Dit heeft voor de procedure grote gevolgen gehad, omdat dit neerkomt op een garantie. En dus kreeg de koper zijn zin en mocht hij de BMW terugbrengen. Verkoper was de koopsom armer en een roestige BMW rijker.
Goede raad van een advocaat:
Mijn conclusie is dat het verschil tussen deze twee zaken bestaat uit het magische woord garantie.
Maar het kan ook zijn dat verkoper (of zijn advocaat) in de rechtszaak van de BMW vergeten is de stelling van koper te betwisten. En dan is mijn conclusie: aan de zijde van verkoper is niet scherp geprocedeerd.
Hoe dan ook: mocht jij ooit de trotse eigenaar willen worden van een jonge of oude auto, of zelfs een oldtimer, maak dan concrete afspraken, zwart op wit, met de verkoper over garantie op belangrijke onderdelen van de auto.
Mocht jij desalniettemin in een vergelijkbaar conflict terecht zijn gekomen, of je nu koper bent of verkoper, neem dan gerust contact met mij op. Dan weet je snel genoeg of je in je recht staat.
Dennis Wouda, advocaat van Kaliber.