Werkgevers en werknemers, dit wilt u weten over concurrentiebedingen!
Wat me opvalt is dat werknemers nogal eens schouderophalend doen over een concurrentiebeding. Er is in zekere zin, zo lijkt het, bij velen een idee dat zo’n concurrentiebeding in de praktijk weinig zou uithalen. En dat men vrij is om te gaan waar men wil.
Uit de droom.
Het komt nogal eens voor dat ik een daaromtrent dwalende tijdens een adviesgesprek uit die droom moet helpen. Maar dat ook dit onderdeel van het recht geen zwart-wit kwestie is, blijkt uit de procedures die over dit onderwerp worden gevoerd.
Een werknemer heeft de mogelijkheid om via een kort geding (of bodemprocedure) de rechter te vragen om het concurrentiebeding dat werkgever hem of haar heeft opgelegd buiten werking te stellen/te schorsen.
Waarover gaat de discussie?
Vaak wordt gedebatteerd over de vraag wat er nu precies wordt bedoeld met de bepaling, aangezien niet zelden de tekst van een concurrentiebeding zelfs voor juristen zeer onleesbaar blijkt te zijn.
Daarnaast wordt nogal eens gesteggeld over de vraag of het concurrentiebeding dat Pietje bij de indiensttreding heeft aanvaard, toen hij in dienst trad als monteur, nog steeds van toepassing is ook al is Pietje gedurende zijn loopbaan opgeklommen tot manager. Als dat het geval is, dan wordt in een gerechtelijke procedure gesteggeld over de vraag of het concurrentiebeding “zwaarder is gaan drukken”. Niet zelden is de uitkomst dat een concurrentiebeding niet had mogen worden ingeroepen door werkgever, omdat de werknemer in de loop der jaren een volledig andere functie is gaan bekleden en werkgever in verband daarmee opnieuw een concurrentiebeding had moeten overeenkomen met werknemer.
Als men daar niet uitkomt, dan kan het debat tenslotte gaan over een belangenafweging. Is het belang van werkgever om werknemer te houden aan het concurrentiebeding zwaarder dan het belang van werknemer om bevrijd te zijn van het concurrentiebeding?
Ik weeg, jij weegt, wij wegen.
Het is niet gemakkelijk om via algemene normen aan te geven hoe de weging van de belangen zal plaatsvinden. Als een werkgever zich beroept op zijn bedrijfsbelang, maar de werknemer intern heeft beperkt in zijn carrièrekansen, dan kan de weging in het nadeel van werkgever uitpakken. Zeker als werknemers de rechter ervan weten te overtuigen dat hij bij de nieuwe werkgever veel meer carrièrekansen heeft dan bij de oude werkgever.
Als gezegd levert een discussie over het concurrentiebeding nooit een zwart-wit situatie op. De kansen op succes in een gerechtelijke procedure moeten vooraf duidelijk worden besproken. Niet zelden leidt dit ertoe dat partijen ervoor kiezen niet de rechter in te schakelen, maar met elkaar te onderhandelen over een alternatieve oplossing.
Heb je vragen over dit onderwerp, of over andere onderwerpen op arbeidsrechtelijk gebied, bel of WhatsApp me dan gerust.
Met hartelijke groet,
Dennis Wouda
06-41295253.